• Foto’s en vingerafdrukken nemen als je NN bent of in verzekering
gesteld wordt. Dit gaan ze hoogstwaarschijnlijk doen;
• Je verhoren (in uitzonderlijke gevallen mag je ook ´s nachts
worden verhoord, maar dan gaat die tijd wel van je voorarrest af);
• Je voor een spiegelwand zetten waarachter dan ‘getuigen’ staan
die de politie zeggen of ze jou herkennen of niet, de zogenaamde
‘confrontatie’;
• Je overbrengen naar een ander politiebureau.
De politie moet:
• Je vertellen waar je van wordt verdacht;
• Je je eigen voorkeursadvocaat toewijzen.
Als je verdacht wordt van een overtreding moeten ze je na deze 6
(of 12) uur vrijlaten. Gaat het om een misdrijf dan kunnen ze je in
bepaalde gevallen in verzekering stellen.
In verzekering: +3 dagen
Je krijgt een papier waarop staat dat je in verzekering gesteld bent en
van welke misdrijven je wordt verdacht. Het papier is ondertekend
door een (hulp-)officier van Justitie. Je moet opnieuw aangeven wie je
advocaat is en dat je hem/haar wilt zien, anders geeft de politie je een
piketadvocaat. Je kan vragen of je mag bellen, maar recht hierop heb
je niet. Als ze je laten bellen bedenk dan wel dat het telefoongesprek
niet privé is. Na de eerste drie dagen (plus 15 uur) moet je worden
voorgeleid voor de Rechter-Commissaris (RC). Als de officier van
Justitie een verlenging heeft aangevraagd voor een tweede inverzekeringstelling, toetst de RC alleen of de inverzekeringstelling
rechtmatig is. Na de eventuele verlenging kan je weer worden
voorgeleid en beslist de RC of je in bewaring wordt gesteld. Je kunt
echter ook gelijk worden voorgeleid voor de RC voor een in bewaring
stelling. Bij zowel de toetsing van de inverzekeringstelling als de
beslissing voor in bewaring stelling is je advocaat aanwezig, je hoeft dit
niet alleen te doen.
Snelrecht (ook wel ‘lik op stuk’)
Er zijn verschillende vormen van snelrecht. Eén ervan is dat je tijdens
je inverzekeringstelling of voorgeleiding bij de rechter-commissaris
(RC) direct een dagvaarding meekrijgt. Je mag dan de tijd tot de
rechtszaak (zitting) in vrijheid afwachten. Kom je niet opdagen bij de
zitting dan word je bij verstek veroordeeld. Je hebt twee weken om
tegen het vonnis in beroep te gaan, als NN’er kun je niet in beroep. Je
kan ook al tijdens het voorarrest (meestal binnen 14 dagen) berecht
worden: je wordt dan voor de politierechter geleid, die direct een
vonnis velt.
In bewaring: 14+3 maal 30 dagen
Bij inbewaringstelling moet je worden overgebracht naar een huis van
bewaring, behalve als ze daar een cellentekort hebben. Ze kunnen je
dan nog maximaal 10 dagen vasthouden op een politiebureau, mits
dat voldoende faciliteiten heeft. De raadkamer kan na de eerste 14
dagen beslissen om je insluiting met 30 dagen te verlengen. Dit kunnen
ze nog twee keer herhalen. Je kan één keer tegen zo’n verlenging in
beroep gaan, overleg dit met je advocaat. Na dit maximaal toegestane
voorarrest moet het proces beginnen. Maar vaak is de officier van
justitie nog niet klaar en vraagt de rechtbank om uitstel. Dan komt er
alleen een pro formazitting. De rechtbank bepaalt wanneer de zaak
wordt voortgezet en of je dat binnen of buiten moet afwachten.
Vreemdelingenrecht
Tegenwoordig worden activisten die hun naam niet bekend willen
maken zo af en toe in vreemdelingenbewaring geplaatst. Dit
betekent dat aangenomen wordt, omdat je je niet wilt identificeren,
dat je illegaal in Nederland verblijft. Zodra je verteld is dat je
vreemdelingrechtelijk wordt vastgehouden en je verhoord gaat worden
heb je het recht een advocaat te zien. De meeste strafrechtadvocaten
zijn geen vreemdelingenrechtadvocaat, dus zal je een nieuwe advocaat
krijgen. Ook hier geldt: blijft vragen naar je voorkeursadvocaat! Blijf
vragen naar haar/hem, dat je haar/hem ook eerst wil spreken voor
het eerste verhoor, hier heb je recht op en dit is heel belangrijk. In
het vreemdelingenrecht heb je niet, zoals bij strafrecht, het recht
om te zwijgen, maar heb je een medewerkingsplicht. Het is daarom
verstandig eerst met je advocaat gesproken te hebben. Je kunt dus in
principe net zo lang worden vastgehouden totdat je je identificeert.
Als je in vreemdelingenbewaring wordt gesteld betekent dat niet
per sé dat je wordt overgeplaatst. Wel krijg je een bewijs van
inbewaringstelling. Je kunt beroep instellen tegen de oplegging van de
vreemdelingenbewaring, maar het is erg onwaarschijnlijk dat je wint.
De meeste mensen komen vrij nadat ze hun paspoort hebben laten
zien en duidelijk is dat ze legaal in Nederland zijn. Maar ook komen
activisten nog wel eens vrij zonder hun paspoort te hebben laten
zien. Als je niet legaal bent, wordt je gedeporteerd! Dit verhaal geldt
natuurlijk ook voor mensen zonder een geldige verblijfsstatus.
De laatste tijd hebben de politie en het Openbaar Ministerie wel een
andere manier gevonden om mensen te dwingen hun identiteit te geven,
namelijk door te dreigen mensen in vreemdelingenbewaring te zetten. Dit
komt echter gelukkig weinig voor en staat los van de wettelijke ID-plicht.
Het toepassen van vreemdelingenbewaring op activisten komt voort uit
de gedachtegang en jurisprudentie dat je zelf kunt opdraaien voor het
niet meewerken aan je identificatie en dat er vanuit gegaan mag worden
dat je je terugkeer belemmert wanneer je geen vaste verblijfsplaats
opgeeft. (ABRvS 21 maart 2011, LJN BP9284) )