• Voor je ligt een korte arrestantengroep handleiding, korte tips tegen tralies. Het eerste deel is vooral bedoeld voor mensen die als arrestantengroep zicht willen houden op mensen die aan een actie, protest of demonstratie gaan deelnemen. Het idee van de arrestantengroep (ook wel AG of arrestogroep genoemd) is om de deelnemers zo goed mogelijk te informeren, mensen te vertellen wat er kan gaan gebeuren en als mensen gearresteerd zijn, te fungeren als een soort coördinatiepunt. Het zal vast chaotisch verlopen, maar ondersteuning van mensen die gevangen zitten is voor mensen die net hebben deelgenomen aan een actie of demonstratie van groot belang. Het tweede deel zijn enkele rechten en plichten die voor iedereen van belang zijn om te weten. Het laatste deel, deel drie, zijn wat voorbeeldbrieven, pamfletten, flyers en formulieren die te gebruiken zijn. Voor informatie: info(@)arrestantengroep.org.

  • Pdf

  • De Voetbalwet als gereedschap tegen activisten

    We zien het wel vaker, wetten die onder bepaalde voorwendselen wor- den doorgedrukt en vervolgens voor andere doeleinden worden gebruikt. Zo ook de ‘ Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast ’, beter bekend als de ‘ Voetbalwet’ , die in 2010 werd ingevoerd. De wet zou gerelateerd geweld moeten voorkomen door voetbal hooligans gebiedsverboden en een meldplicht op te leggen. In 2010 werd al vermoed dat deze wet niet alleen tegen voetbal hooligans zou worden ingezet.

    Nadat Mitch Henriquez in 2015 overleed door hevig politiegeweld in Den Haag ontstonden er protesten die uitliepen in een opstand tegen de politie in de Haagse Schilderswijk. Vier nachten kwamen buurtbewoners in opstand tegen de politie, en tegen racistisch politiegeweld dat de wijk al jaren teisterde. Ook lokale antifascisten en anarchisten die al twee jaar voor de moord op Mitch bezig waren met een campagne tegen politiegeweld waren betrokken bij de protesten. De politie en burgemeester probeerden dan ook later de schuld van de opstand in hun schoenen te schuiven. Dit zou overigens de protesten en de opstand te kort doen. Natuurlijk waren er anarchisten en antifascisten bij betrokken maar het was voornamelijk de buurt en jongeren die elke dag doelwit zijn van de politie die in opstand kwamen.

    Lokale anarchisten waren al langer een doorn in het oog van de lokale bestuurders en politie in Den Haag. Hierom maakte de politie een dossier aan met het kenmerk CTER, Contra Terrorisme, Extremisme en Radicalisering. CTER is een samenwerking van allerlei repressieve organen. Denk aan de burgemeester, de politie, inlichtingendiensten maar ook de belastingdienst, jeugdzorg etc.

    Door een bepaalde groep mensen te bestempelen als een gevaar en het aanmaken van een CTER dossier wordt deze groep besproken bij lokale CTER overleggen. In eerste instantie is dat vooral het in kaart bren- gen van groepen of individuen door middel van informatievergaring. Daarna word er binnen dit overleg tot een aanpak besloten. Dit kan van alles zijn. Van het irritant volgen van personen tot het vervolgen wegens criminele organisatie. Wat ook een aanpak kan zijn is het gebruik van de Voetbalwet om zo een gebiedsverbod of meldingsplicht af te dwingen. Zo probeerde de burgemeester samen met het Openbaar Ministerie dit ook bij enkele lokale anarchisten in Den Haag. Vijf anarchisten kregen een brief met het voornemen een gebiedsverbod opgelegd te krijgen voor drie maanden voor de Schilderswijk. Het gebiedsverbod werd onderbouwd met allerlei vage aannames en onduidelijke bronnen.

    Juridisch kader

    Een gebiedsverbod op basis van de Voetbalwet kan worden opgelegd door de burgemeester. Het is dus een bestuurlijke maatregel uit de Gemeentewet, (artikel 172a). Bij bestuurlijke maatregelen krijg je altijd de gelegenheid om een zienswijze in te dienen. Hier moet de burgemeester eerst naar kijken voordat hij de maatregelen definitief invoert. Wordt de maatregel alsnog opgelegd dan kan je naar de bestuursrechter stappen om dit door de rechtbank te laten toetsen. Als de maatregel wordt toe- gekend is deze makkelijk door de burgemeester te verlengen tot een jaar.

    In de zaak van de Haagse anarchisten waren de aangevoerde redenen voor het gebiedsverbod een samenraapsels van delen van strafdossiers, veroordelingen, mutaties van de politie en informatie van de inlichtingendiensten. Hierbij werden er dingen aangehaald die totaal niet relevant zijn voor het opleggen van een gebiedsverbod in de Schilderswijk.

    In de brief wordt gesteld dat de anarchisten voor ‘structurele overlast’ zorgen. De overlast zou bestaan uit o.a. het houden van niet aangemelde demonstraties, het verstoren van de openbare orde en het verstoren van demonstraties. In de brieven staan opsommingen van ‘feiten’ waar men mee in verband wordt gebracht of voor is aangehouden. Deze ‘feiten’ lopen per persoon uiteen van kraken en het houden van niet aangemelde demonstraties, tot het plakken van posters en het vernielen van gevangenishekken. Wat de anarchisten gemeen hebben is dat zij allen actief zijn in de strijd tegen institutioneel racisme, etnisch profileren, en de racistische Haagse politie in het bijzonder, en dat zij afgelopen 27 juni preventief gearresteerd werden in de Schilderswijk na afloop van een herdenkingsdemonstratie voor de door de politie vermoorde Mitch Henriquez.

    In de brief wordt verder gesteld dat er gedurende de vierdaagse opstand in de Schilderswijk van afgelopen zomer na de politiemoord op Mitch Henriquez ‘diverse aan de Anti-Fascistische Actie (AFA) gelieerde men- sen aanwezig waren’ en dat zij ‘een opruiende en een katalyserende rol hadden in de escalatie van de demonstratie naar de rellen’. Ook stelt men dat ‘de aan AFA gelieerde personen meerdere malen de openbare orde hebben verstoord in de Schilderswijk’.

    De vraag bij al deze dingen is of ze deze speculaties hard kunnen maken in een juridische context. Daarom heeft de advocaat van de anarchisten in de zienswijze gevraagd om alle bronnen van deze aannames en speculaties. Hierbij werd gevraagd of de informatie van de AIVD kwam of van de MIVD, de politie of het Openbaar Ministerie. Zo werd er een enorme lijst van mogelijke bronnen opgesteld door de advocaat.

    Op deze zienswijze hoorden de anarchisten maanden lang niets terug. Pas na de verstreken termijn van het gebiedsverbod zelf kwam er een kort antwoord van de burgemeester dat hij ditmaal afzag van het gebiedsverbod. Wel dreigde hij het op te leggen als anarchisten actief bleven in de strijd tegen politiegeweld.

    Door het opvragen van bronnen van de gestelde feiten in de brief komt de burgemeester in een lastige situatie. Zeker als deze brief grotendeels op speculatie is gebaseerd. Komt de informatie bijvoorbeeld van de inlichtingendiensten dan moeten zij daar iets van blootgeven. Iets wat ze liever niet doen.

    Terug naar inhoudsopgave

    Rechtsbijstand van een advocaat

    Een advocaat kost geld. Omdat in principe iedereen recht heeft op bijstand van een advocaat kunnen mensen met een laag inkomen daarom procederen op toevoeging. Dit betekent dat je zelf een eenmalige bijdrage betaalt aan de advocaat en dat de rest van zijn of haar kosten wordt gesubsidieerd door de Staat. De Raad voor Rechtsbijstand bepaalt of je recht hebt op een toevoeging en stelt vervolgens aan de hand van je inkomen en vermogen die eigen bijdrage vast. Deze bedraagt op dit moment minimaal €… euro voor civiele zaken. In strafzaken is het bedrag iets lager; dit is €…. In civiele zaken krijg je €50 korting als je doorverwezen wordt door het juridisch loket.

    Aanvraag
    Voor het aanvragen van een toevoeging heeft de advocaat een kopie van je paspoort/legitimatiebewijs en je sofi-nummer (BSN-nummer)/Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) adres, voor zover dat niet in je paspoort vermeld staat, nodig.

    De advocaat dient de aanvraag in bij de Raad voor Rechtsbijstand (www.rvr.org). De Raad controleert vervolgens je gegevens en stelt aan de hand daarvan je financiële situatie vast. Op basis hiervan wordt de hoogte van je eigen bijdrage bepaald. Vervolgens, als de toevoeging wordt verleend, wordt deze naar de advocaat gezonden. De eigen bijdrage staat vermeld op de toevoeging en de advocaat zal je vervolgens een rekening sturen (in hoeverre dit gebeurt, hangt ook af van wat je daarover, zo mogelijk vooraf, met je advocaat afspreekt.

    Als je niet staat ingeschreven op een adres in Nederland wordt het iets lastiger om een toevoeging te krijgen. Je moet dan een speciaal formulier invullen, de ‘Opgave Inkomen en Vermogen’ en er wordt van je verlangd dat je allerlei belastinginformatie uit het land waar je staat ingeschreven meestuurt. Tenminste, als je invult dat je belastingaangifte doet. Op het moment dat je bijvoorbeeld claimt te leven van wat je vindt of dat je ouders je geld sturen zal de Raad voor Rechtsbijstand vaak niet om aanvullende (belasting)informatie vragen.

    Peiljaar
    De eigen bijdrage wordt vastgesteld op basis van de gegevens van het peiljaar. In het aanvraagjaar 2008 was het peiljaar 2006, in 2009 is het peiljaar 2007, etc. Het kan zo zijn dat je een aantal jaar geleden een andere financiële positie had dan nu en dat je wilt dat de eigen bijdrage wordt vastgesteld aan de hand van je huidige situatie. Je moet dan een peiljaarverlegging aanvragen.

    Een advocaat inhuren of automatische toevoeging
    Soms krijg je automatisch rechtsbijstand van een advocaat, soms moet je deze zelf aanvragen. Als je bijvoorbeeld in een civiele procedure, bijvoorbeeld een kort geding, wordt gedagvaard, als je een executiegeschil opstart of als je voordat je een pandje kraakt een advocaat om bijstand hebt verzocht, moet je zelf (via de advocaat) rechtsbijstand aanvragen. Ook als je wordt gearresteerd en niet na voorgeleiding bij de rechter-commissaris in bewaring wordt gesteld, maar wel gedagvaard wordt, dien je zelf een aanvraag te doen. Vuistregel is dus grofweg: Als je vast zit wordt het geregeld voor strafzaken en vreemdelingenrecht, in alle andere gevallen moet je het zelf regelen. In deze laatste gevallen zal de Raad in eerste instantie altijd een eigen bijdrage vaststellen. Om hier onderuit te komen zal je bezwaar moeten maken. Let op! Tot medio 2009 was het zo dat in strafrechtelijke zaken de laagste inkomensgroep geen eigen bijdrage hoefde te betalen. Dit is veranderd. Ook als de Staat jou dagvaardt in een strafrechtelijke procedure wordt nu een eigen bijdrage gevraagd.

    Als je na voorgeleiding bij de rechter-commissaris strafrechtelijk in bewaring wordt gesteld of wanneer je ervan verdacht wordt onrechtmatig in Nederland te verblijven en in vreemdelingenbewaring wordt gesteld, krijg je automatisch een advocaat. Dit kan een piketadvocaat of een voorkeursadvocaat zijn. Wanneer je op deze manier wordt toegevoegd hoef je nooit een eigen bijdrage te betalen.

    Griffierecht
    In sommige zaken dient alleen de eisende partij griffierecht (‘administratiekosten’) te betalen, in andere gevallen moeten beide partijen voor aanvang van de zaak griffierecht betalen. Achteraf kan de verliezende partij dan worden veroordeeld tot het terugbetalen van het griffierecht aan de partij die in het gelijk is gesteld. De hoogte van het griffierecht is afhankelijk van de aard van de partij (rechtspersoon of natuurlijk persoon) en het type zaak. Voor individuen bedraagt het griffierecht in kort geding zaken € ..,-. Het bedrag kan tot maximaal € ..,- verlaagd worden als je een laag inkomen hebt. Je moet dan eerst een inkomensverklaring aanvragen bij de Raad voor Rechtsbijstand en deze vervolgens doorsturen naar de rechtbank. https://www.rechtspraak.nl/Naar-de-rechter/Kantonrechter/Kosten/ Pages/Griffierechten.aspx

    Meerdere verdachten in één zaak
    Als meerdere mensen voor dezelfde zaak een toevoeging aanvragen hoeft maar één persoon de volledige eigen bijdrage te betalen. De overige mensen krijgen een vermindering van 50%.

    Kantonrechtszaken
    De Raad voor Rechtsbijstand claimt ook te kunnen bepalen wat het belang is van een bepaalde zaak en of je daarom überhaupt bijstand van een advocaat nodig hebt. In de praktijk komt het er op neer dat je voor zaken die bij de kantonrechter dienen heel moeilijk of eigenlijk geen toevoeging kan krijgen. Dit zijn bijvoorbeeld procedures over overtredingen zoals het niet geven van je ID en het betreden van verboden terrein.

    Terug naar inhoudsopgave

    Klachtenprocedures

    Er zijn verschillende situaties waarin je kunt overwegen om een klacht in te dienen. Bijvoorbeeld over het gebruik van geweld, als je (veganistisch) eten of schone kleren geweigerd wordt, of als je vervelend behandeld bent op het bureau of in de P.I. Klachten dien je in bij de politie zelf. Het is goed om ook altijd een kopie naar de Nationale Ombudsman en de burgemeester van de plaats waar het gebeurd is te sturen. Bedenk van te voren wat je wilt bereiken met het indienen van je klacht, want het kan zijn dat je wordt uitgenodigd voor een gesprek en/of toelichting. Uitspraken van de Nationale Ombudsman zijn niet bindend. Het kost je echter ook niets om een klacht in te dienen, en het aantal ingediende klachten wordt wel meegenomen in de statistieken over de politie.

    Misdragingen hoeft niemand toe te staan, en hoe meer mensen er iets van zeggen, hoe minder normaal het wordt en hoe groter de kans dat er iets aan gedaan wordt. Zo is er hierdoor in Amsterdam-Amstelland een onafhankelijke Commissie ingesteld die de klachten wat serieuzer op is gaan pakken. Bedenk wel dat je alleen kunt klagen over gedragingen die ook volgens de regels van de politie zelf niet mogen. Ook al kun je alleen klagen over incidenten, maken genoeg klachten het soms mogelijk maken om in de cijfers ook het laakbaar systematisch aspect van bepaalde gedragingen zichtbaar te maken, en is het dus niet zinloos.

    Klachten over het handelen van de politie
    Je kunt een klacht indienen als je bijvoorbeeld vindt dat je onjuist behandeld bent, je te lang hebt moeten wachten op een brief, de politie misbruik heeft gemaakt van zijn bevoegdheden of onzorgvuldig te werk is gegaan. Tegen een boete kun je geen klacht indienen. Ook bij meer ernstige gedragingen is een klacht niet het juiste middel, zie dan hieronder voor aangifte.

    Iedere regio kent een verschillende regeling voor het indienen van klachten over de politie. Politiekorpsen zijn verplicht een folder te hebben over de geldende regeling, het is dus handig voordat je je klacht indient om deze op te vragen. Zo weet je precies wat je te wachten staat, wat je van de politie kunt verwachten, je de politie op haar eigen regels kunt wijzen en waar je rekening mee kunt houden.

    Meestal moet je je klacht indienen bij de chef van de regionale eenheid waarover je klacht gaat. Maar soms kan het ook bij de hoofdcommissaris, de burgemeester of de klachtencoördinator van de politie van het desbetreffende politiekorps. Dit kan via een digitaal klachtenformulier, schriftelijk of mondeling. Zorg ervoor dat je je naam en adres, telefoonnummer en/of e-mailadres, datum, de plaats waar het gebeurde en een duidelijke beschrijving van hetgeen waar je je klacht tegen indient vermeldt in je klacht.

    Vaak zal de politie je vervolgens uitnodigen voor een gesprek met de klachtcoördinator. Je bent niet verplicht om op deze uitnodiging in te gaan. Ben je na dit gesprek niet tevreden, dan start de chef van deze politie-eenheid een onderzoek of wordt er een klachtbemiddelaar aangewezen die onderzoekt of er een oplossing gevonden kan worden voor het geschil. Indien dit niet het geval is wordt de klacht doorgestuurd naar de Commissie voor Politieklachten, een commissie die geacht wordt onafhankelijk van de politie te opereren. De  klacht wordt dan onderzocht door de burgemeester, die vervolgens verslag uitbrengt aan de korpschef. Deze neemt eventuele vervolgmaatregelen.

    De klachtenprocedures bij politie en de Commissie voor Politieklachten worden geregeld in een eigen klachtenregeling.
    Als je anoniem een klacht indient wordt deze lang niet altijd behandeld. In de klachtenregeling van het politiekorps Amsterdam- Amstelland bijvoorbeeld wordt vermeld dat anoniem klagen in bijzondere gevallen mogelijk is. In de uitvoeringsregeling klachtbehandeling van de politie staat echter wel dat het ook
    mogelijk is een adres van een gemachtigde op te geven. Of de klacht ontvankelijk is wordt beoordeeld door de Commissie. De criteria die hierbij gehanteerd worden staan niet vermeld in de klachtenregeling. Je kunt echter aannemen dat deze min of meer zullen aansluiten bij de criteria die de Nationale Ombudsman hanteert (zie hierna ).

    Aangifte doen tegen de politie.
    Wanneer de politie een strafbaar feit jegens jou heeft begaan is het doen van aangifte een beter middel. Het grote verschil met een klacht is dat er bij aangifte rechtsgevolgen komen kijken, wat het een dwingender middel maakt dan de klacht.

    Er is sprake van een strafbaar feit wanneer de politie een wetsartikel overtreedt. Je kunt hierbij denken aan schending van het huisrecht, diefstal van spullen die je tijdelijk aan hen moest afgeven of je fouillering, geweldmisbruik, aanranding of iemand (langer dan toegestaan) van zijn vrijheid beroven. Ook als getuige kun je aangifte doen van strafbare feiten, hier worden echter zonder aangifte van de direct betrokkene minder gevolgen aan verbonden. Aangifte kun je doen bij de lokale politie in de regio waar het voorval heeft plaatsgevonden. Dit kan zowel mondeling als schriftelijk. Het is helaas niet mogelijk om anoniem aangifte te doen, je kunt wel een briefadres gebruiken in plaats van je eigen adres, maar je zal toch je aangifte van je naam moeten voorzien. Vervolgens wordt er door de politie van je aangifte proces-verbaal opgemaakt en een onderzoek gestart of ze gaan vervolgen.

    Wanneer ze dit niet doen en je bent het daar niet mee eens kun je op grond van art. 12 Sv. hiertegen een klacht indienen bij het gerechtshof en om vervolging vragen. Wanneer de politie weigert je aangifte op te nemen kun je hierover klagen bij de korpschef of de officier van justitie. De officier van justitie kan eisen dat je aangifte wordt opgenomen of het zelf doen. Als deze het ook weigert kun je hierover schriftelijk een klacht indienen bij het gerechtshof. Deze kan afdwingen dat je aangifte opgenomen wordt.

    Nationale Ombudsman
    Als een klacht niet naar tevredenheid is afgehandeld door de Commissie voor Politieklachten, of je het niet eens bent met het onderzoek naar je klacht of aangifte kan je een klacht indienen bij
    de Nationale Ombudsman. Ook kunnen bijvoorbeeld klachten over behandeling in een huis van bewaring of de P.I. bij hem worden ingediend. De ingediende klacht moet volgens de wet de personalia van de klager vermelden en de Ombudsman kan besluiten een verzoekschrift dat niet aan die eis voldoet niet te behandelen. Met andere woorden, een anoniem verzoekschrift hoeft niet te worden behandeld. Navraag bij de Nationale Ombudsman leert dat alleen in zeer bijzondere omstandigheden anoniem geklaagd kan worden, namelijk als de klager voor strafvervolging te vrezen heeft. De naam en het adres van de klager dienen in zo’n geval nog steeds wel bekend gemaakt te worden aan de Nationale Ombudsman, maar deze verplicht zich die gegevens niet door te geven aan het bestuursorgaan waarover geklaagd wordt.

    Meer informatie zie: www.nationaleombudsman.nl

    Europees Hof voor de Rechten van de Mens
    Wie in eigen land uitgeprocedeerd is kan in voorkomende gevallen, als er sprake is van schending van een recht volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, naar art. 34 EVRM, een klacht indienen bij het EHRM. De einduitspraak van dit Hof is bindend voor alle landen die hierbij aangesloten zijn. Anonieme verzoekschriften worden volgens de regels van het Europees Hof niet behandeld.

    Voor meer informatie zie: www.europa-nu.nl

    Enkele praktische aanwijzingen
    Waar je in ieder geval om moet denken om een zorgvuldige klacht te kunnen neerleggen bij de politie is het volgende:

    • Leg zo goed mogelijk vast wat er gebeurd is: wie, wanneer, wat, waar en hoe; wie kunnen getuigen; zijn er foto- of filmbeelden van het gebeurde; noteer signalementen (wacht met het maken van zo’n eerste verslagje niet te lang, bepaalde essentiële dingen kun je al snel vergeten zijn);
    • probeer ter plekke al de agent of een leidinggevende aan te spreken; vraag naar naam, nummer, rayon/bureau;
    • maak foto’s van zichtbaar lichamelijk letsel;
    • zorg voor een doktersverklaring van lichamelijk letsel;
    • stel je klacht zo precies mogelijk op (maak altijd kopieën!); voeg kopieën van getuigenverklaringen, doktersverklaringen, foto’s enzovoort bij;
    • voorzie de klacht van je naam, (post)adres en eventueel telefoonnummer; of laat de klacht —zeker als je anoniem wenst te blijven —door een gemachtigde indienen die bereikbaar is;
    • dien je klacht in bij de burgemeester van de plaats waar het allemaal gebeurd is, of de(korpschef van) politie, t.a.v. de klachtencoördinator;
    • Wees in het opstellen van je klachtenbrief duidelijk en vermeld puntsgewijs waarover je wilt klagen met een korte uitleg. Wees hierin zakelijk en ga niet al je frustraties op papier uiten, anders wordt je niet echt serieus genomen. Vermeld ook in de brief duide- lijk of je gebruik wilt maken van een bemiddelingsgesprek of niet;
    • stuur een kopie van je klacht naar de Nationale Ombudsman, die zal deze klacht nog niet in behandeling nemen, maar als de politie er te lang mee wacht kan de ombudsman besluiten de klacht wel al te gaan behandelen;
    • soms is het zinvol om in de gemeenteraad vragen over politie optreden te laten stellen, daarbij is een duidelijk geformuleerde klacht belangrijk.

    Terug naar inhoudsopgave

    Schadevergoeding

    Schadevergoeding na voorlopige hechtenis
    In een aantal gevallen kun je binnen drie maanden na beëindiging van je strafzaak de strafrechter en/of de civiele rechter verzoeken om schadevergoeding wegens onterechte vrijheidsbeneming. Schadevergoeding na voorlopige hechtenis is echter alleen mogelijk als je in verzekering bent gesteld. In het strafrecht wordt dit verzoek gebaseerd op artikel 89 Sv, in het civiel recht op basis van artikel 6:162 BW (onrechtmatige overheidsdaad). De rechter kan een schadevergoeding toekennen op gronden van billijkheid met betrekking tot de achteraf onterecht gebleken inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis (€ .. per dag in een huis van bewaring en € .. per dag in het politiebureau dan wel huis van bewaring met beperkingen). Ook kan worden gevraagd om schadevergoeding voor de schade die iemand heeft geleden als gevolg van klinische observatie of vrijheidsbeneming in het buitenland wegens een uitleveringsverzoek van de Nederlandse staat.

    In welke gevallen kan het verzoek bij de strafrechter worden ingediend?
    Het verzoek kan ten eerste worden ingediend als je bent vrijgesproken of ontslagen van alle rechtsvervolging (ook bij politie- of OM-sepot). Schadevergoeding kan dus niet gevorderd worden als de opgelegde straf korter is dan de periode die in hechtenis is doorgebracht. Ten tweede kan een vergoeding worden gevraagd als je bent veroordeeld voor een strafbaar feit waarvoor geen voorlopige hechtenis is toegestaan.

    Je moet je verzoek tot schadevergoeding persoonlijk indienen en ondertekenen. Je kunt het verzoek ook door je advocaat laten ondertekenen, maar je moet dan wel in de raadkamer verklaren dat je een verzoek tot schadevergoeding wenst te doen. Als NN-er kan je dus in principe ook zo’n verzoek indienen (wat na de arrestaties tijdens de Eurotop in 1997 in Amsterdam bijvoorbeeld massaal is gebeurd), maar de raadkamer accepteert zo’n anoniem verzoek lang niet altijd.

    Verzoek tot schadevergoeding bij de civiele rechter
    Bij de civiele rechter kan alleen schadevergoeding worden gevorderd als je detentie onrechtmatig was en uit het strafdossier kan worden geconcludeerd dat je onschuldig bent. Van onrechtmatigheid is sprake als de detentie onwettig was of daardoor fundamentele beginselen zijn geschonden.

    Een verzoek tot schadevergoeding op grond van artikel 6:162 BW kan niet anoniem worden ingediend, omdat je de staat moet dagvaarden en een dagvaarding niet anoniem kan worden uitgebracht.

    Schadevergoeding vragen: gewoon doen, niet alleen voor jezelf
    Schadevergoeding wordt vaak vergeten, omdat mensen blij zijn met het feit dat de zaak is afgehandeld en ze weer vrij zijn. Toch is het goed om het standaard te doen, als je niet vraagt, krijg je sowieso niets dus het kan geen kwaad omdat je al gezeten hebt via je advocaat een schadevergoeding te vragen. En als je dan een leuk bedrag krijgt is het ook goed dit niet alleen in eigen zak te steken, maar ook groepen en acties te steunen.

    Terug naar inhoudsopgave

    Identificatieplicht

    Zoals bekend is per 1 januari 2005 de Wet Uitgebreide Identificatieplicht van kracht.

    In het kort vind je hieronder de mogelijke gevolgen van de ID-plicht als je je ID-bewijs niet bij je hebt en/of je weigert deze te tonen. Je kunt ook na de invoering van deze wet nog steeds anoniem (NN) zijn en blijven. De politie heeft geen extra mogelijkheden om je identiteit te achterhalen.

    De juridische gevolgen van het niet tonen van je ID-bewijs op verzoek van de politie:

    • Het niet (willen) tonen van je ID is een overtreding, hiervoor mag je dus niet in verzekering worden gesteld;
    •  Bij aanhouding op heterdaad van een overtreding word je meegenomen naar het bureau en mag je 6 uur worden vastgehouden;
    • Blijf je weigeren je te identificeren en wordt er geen ID-informatie bij je fouillering gevonden, dan mag de politie je 6 uur langer vasthouden ter identificatie. Dan mogen onder andere ook je foto’s, lichaamsmaten en vingerafdrukken worden afgenomen;
    • Is binnen deze 6 + 6 uur niets gevonden, dan moet de politie je laten gaan en kun je op je vingerafdrukken een dagvaarding meekrijgen, voor het niet willen tonen van je ID-bewijs;
    • Als je ID wel bekend wordt, bijvoorbeeld omdat je vingerafdrukken een match geven of omdat de buurtagent jou ‘ambtshalve’ herkent, krijg je een strafbeschikking thuisgestuurd. Tegen deze beschikking kan je bezwaar indienen. Dit is aan te raden om te doen. Je moet dan een verzetsschrift sturen aan de officier van justitie. Zij of hij bekijkt vervolgens of de strafbeschikking wordt gehandhaafd, veranderd of ingetrokken.
      Je zaak wordt dan eventueel voor de rechter gebracht. Het hoe en wat precies staat op de achterkant van de beschikking.

    Extra:
    In de praktijk komt het vaak er op neer dat als je identiteit bekend wordt, je dan alsnog word vrijgelaten, maar de dienstdoende agenten denken soms dat ze je kunnen vasthouden totdat er ook werkelijk een ID langs gebracht is. Hoewel hierover zover bekend geen rechtszaak gevoerd is, kun je in ieder geval redelijkerwijs stellen dat een vingerafdruk-match voldoende moet zijn en dat ze desnoods de match zelf kunnen formaliseren door jou ambtshalve te herkennen op basis van die match (wat in principe wel voldoende is om vrijgelaten te worden zonder alsnog een ID aan te laten komen).

    Houd er rekening mee dat als je blijft weigeren je identiteit af te geven, je in vreemdelingenbewaring kunt worden geplaatst ook al is door de rechter al bepaald dat dit niet mag (Schijnheilig-arrest), zie daarvoor de tekst over vreemdelingenbewaring. Er staat een maximale boete van 3900 euro op het niet tonen van je ID-bewijs, maar dit is standaard voor meer overtredingen. Ook voor bijvoorbeeld het wildplakken krijg je in eerste instantie nooit de maximum straf. Op het moment van schrijven bedraagt de standaard boete voor het niet tonen van een geldig identiteitsbewijs voor ieder persoon boven de zestien jaar 90 euro. Als je uiteindelijk niet betaalt zou je de boete ook uit kunnen zitten, als via de gerechtsdeurwaarder niets bij je te halen valt (Houd er dan wel rekening mee dat na een rechtszaak en verdere weigering de te betalen boete veel hoger kan uitvallen!).

    Je hebt als verdachte  in Nederland zwijgrecht (art. 29 lid 1 Sv.), dat betekent dat je niet hoeft mee te werken aan je eigen veroordeling, ook al zal de politie anders beweren en zeggen dat je moet verklaren. Vaak wordt je in combinatie met andere ‘strafbare feiten’ opgepakt.

    Als je anoniem blijft heeft justitie de mogelijkheid je in verzekering te stellen, door gebruik te maken van het zogenaamde ‘landlopers-artikel’ (Art. 67, lid 2 Sv). Veelal blijf je niet de hele inverzekeringsstellingsperiode vast zitten en wordt dit meer als chantagemiddel gebruikt om mensen toch hun identiteit te laten geven, net als met vreemdelingenbewaring.

    Terug naar inhoudsopgave

    DNA

    Per 1 februari 2005 is de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in werking getreden. Iedereen die al dan niet onherroepelijk is veroordeeld voor een misdrijf waarop voorlopige hechtenis is toegestaan en waar een maximale gevangenisstraf van 4 jaar of hoger voor staat, zal door de officier van justitie worden verplicht tot het afstaan van DNA-materiaal. Dat betekent dus ook dat je DNA moet afstaan, terwijl je zaak in hoger beroep nog moet worden behandeld. Als je niet bent veroordeeld tot gevangenisstraf, maar tot een taakstraf, kan je tevens verplicht worden tot het afstaan van je DNA. Ook geldt deze wet voor zowel meerder– als minderjarigen.

    Het hier verder volgend verhaal kan zo af en toe heel ingewikkeld en juridisch aandoen, met een flink lijstje van redenen en mogelijkheden waarop een bezwaar tegen DNA-afname gegrond zou kunnen worden verklaard. Lees het rustig door, probeer te onthouden waaraan de politie zich moet houden tijdens de DNA-afname. Als je een oproep krijgt neem dan contact op met de je advocaat of eventueel de arrestantengroep, om alles nog eens rustig door te spreken. Die kunnen je dan met raad en daad bijstaan. Het belangrijkste om te weten is dat je in ieder geval bij een DNA-afname geen papieren ondertekent, waardoor je afstand doet van je recht op bezwaar!

    De afnameprocedure:
    DNA-materiaal wordt verkregen uit wangslijmvlies. Dit moet worden afgenomen door een arts of verpleegkundige of als je er mee instemt een ander daartoe bevoegd persoon. Dit moet ook duidelijk gemaakt worden aan diegene van wie DNA afgenomen wordt; dat een ander persoon dan arts of verpleegkundige hiertoe ook bevoegd kan zijn.

    In de praktijk vindt de afname bijna altijd plaats door een bevoegd agent, de politie wijst je zelden tot nooit op de mogelijkheid dat je mag verzoeken om een arts of verpleegkundige en/of ze slaan regelmatig jouw verzoek in de wind.

    Vervolgens wordt het DNA-materiaal door het Nederlands Forensisch Instituut bepaald en verwerkt tot een DNA-profiel. Dit profiel wordt opgeslagen in een databank.

    Binnen 14 dagen na afname van het materiaal kan je bezwaar indienen bij de rechtbank die in eerste aanleg vonnis heeft gewezen in je zaak, dus waar je je rechtszaak hebt gehad op basis waarvan er nu deze eis tot DNA-afname ligt. Zolang er niet beslist is over je ingediende bezwaar mag het DNA-materiaal niet worden bepaald en verwerkt tot een DNA- profiel. Wanneer het bezwaarschrift gegrond wordt verklaard, moet het afgenomen materiaal zo spoedig mogelijk worden vernietigd. DNA-afname kan zowel gebeuren als je nog vastzit, als op het moment dat je al lang weer buiten staat. Bij het laatste krijg je thuis bericht dat je je moet melden op het politiebureau.

    Het is niet strafbaar om aan een oproep om je te komen melden geen gehoor te geven. Als je een eerste brief hebt gehad staat daar een tijdstip op wanneer je je moet melden, doe je dat niet krijg je een volgende brief met ‘een nieuwe kans’ en daarna wordt er een aanhoudingsbevel uitgevaardigd, wordt je op de telex geplaatst en sta je gesignaleerd als gezocht persoon. De politie kan je thuis op komen halen om onder dwang aan de DNA-afname mee te werken. Maar het kan ook gebeuren dat pas bij een volgend contact met de politie wordt ontdekt dat je gesignaleerd staat en dat je nog DNA moet afstaan.

    Op het bureau wordt jou dan nog de keuze gegeven of je meewerkt aan de afname of niet, waarbij de politie dan aankondigt de DNA onder dwang te gaan afnemen. Je kun dus verschillende dingen doen:

    • Of je werkt mee en ondertekent ook het papiertje dat je je DNA vrijwillig hebt afgestaan. Daarna kun je geen bezwaar meer indienen;
    • Of je werkt wel mee, maar met uitdrukkelijk mondeling protest, met de eis dat alles volgens het wettelijke boekje gaat en je ondertekent verder niks. Daarna heb je nog wel het recht om bezwaar aan te tekenen en dat kun je dan samen met een advocaat doen;
    • Of je werkt helemaal niet mee en weigert ook fysiek. Dan heeft de DNA-afnemer alleen maar de mogelijkheid om DNA af te nemen door een haarwortel te nemen of bloed af te tappen en dit moet door een arts of verpleegkundige gebeuren. Ook tegen deze manier van afname, mits je niks hebt ondertekend, kun je bezwaar maken.

    De politie die bij de afname aanwezig is, is niet bevoegd om fysiek geweld te gebruiken en daardoor alsnog een wattenstaafje in iemands mond te krijgen. Ze zijn er eigenlijk alleen maar voor om te controleren of de afname juist gebeurt. In praktijk gebeurt het echter wel dat er door politie fysiek geweld wordt gebruikt, maar dat zou een reden kunnen zijn om een bezwaar gegrond verklaard te krijgen.

    Bezwaar:
    Het is heel moeilijk om bezwaar te maken tegen afname van DNA. Eigenlijk zijn er voor activisten geen inhoudelijke gronden om een bezwaar te kunnen winnen, enkel eventueel de manier waarop het DNA is afgenomen. Bezwaar tegen de afname kun je alleen maar maken als je nooit een papiertje hebt ondertekend waarin je instemde met de DNA-afname.

    Een bezwaarschrift dien je samen met je advocaat bij de rechtbank in en dan gaat een raadkamer van de rechtbank zich over het bezwaar buigen, daar kunnen enkele weken over heen gaan en je mag dan (moet niet) met je advocaat bij de raadkamer je verhaal doen en je motivatie geven. Meestal is het genoeg als je het alleen door je advocaat laat doen.

    Als je bezwaar ongegrond wordt verklaard, dan bestaan er geen wettelijke mogelijkheden meer om protest aan te tekenen bij hogere instanties. Dan wordt je DNA na ook het onherroepelijk worden van je straf bepaald en opgeslagen in een DNA-databank. Mocht je je bezwaar winnen, en dat gebeurt zo af en toe, dan moet het DNA vernietigd worden.

    Gronden waarop je je bezwaar kan winnen:
    Je kunt op procedurele gronden bezwaar aantekenen tegen je DNA- afname en je kunt op principiële gronden bewaar aantekenen tegen je DNA-afname. Over principiële gronden kunnen we kort zijn, die houden meestal geen stand tijdens het bezwaar, zoals bijna elk principiële punt tijdens een gerechtelijke procedure geen stand houdt. Alles wordt in Nederland op grond van de letter der wet bekeken en beoordeeld.

    Het principe van schending van je lichamelijke integriteit wil alleen helpen bij gegrondverklaring van je bezwaar als de politie bij veel protest tijdens DNA-afname toch met geweld wattenstaafjes in
    iemands mond heeft geduwd. Want juist de regeling voor DNA-afname voorziet er in dit soort gevallen in dat er dan bloed afgetapt kan worden of een aantal haren uitgetrokken. Bij bloed aftappen of haren uitrekken, mag er door de politie wel ‘enig gepast geweld’ worden toegepast. Bezwaren tegen dit soort geweldtoepassingen zijn tot op heden niet gegrond verklaard.

    Redenen waarop je bezwaar wel gegrond kan worden verklaard zijn onder andere (zo blijkt uit de gewonnen bezwaren):

    • dat er tijdens de afname niet duidelijk is geweest of iemand wel bevoegd is de afname te doen,
    • als iemand geweigerd wordt eerst contact te hebben met de advocaat voor advies,
    • als buitensporig veel geweld is gebruikt door de politie, waarbij demogeijkheid om DNA via bloed of haarwortels te verkrijgen niet is toegepast,
    • als de DNA-afname niet gebeurt door een arts of verpleegkundige, terwijl daar wel expliciet om is verzocht,
    • als DNA-afname gezien wordt als een disproportioneel middel.

    Dit laatste kan bijvoorbeeld als zodanig beoordeeld worden als iemand voor het eerst in aanraking is gekomen met politie en justitie en dat niet aannemelijk wordt dat een persoon weer in de fout zal gaan. In de wet staat dit zo omschreven: ‘redelijkerwijs kan worden aangenomen dat gelet op de aard van het misdrijf of de bijzondere omstandigheden waaronder het misdrijf is gepleegd het opmaken van een profiel niet van betekenis zal kunnen zijn voor de voorkoming, opsporing, vervolging en berechting van strafbare feiten van de veroordeelde.

    De Wet DNA-afname veroordeelden is nog maar een aantal jaar oud en er zijn nog niet veel bezwaren ingediend. De bezwaren die zijn ingediend en de beslissingen die daaromtrent zijn genomen, laten zien dat er nog geen eenduidigheid bestaat rondom het gegrond verklaren van bezwaar tegen een DNA-afname. Een bezwaar indienen kan daarom nog steeds zinvol zijn, aangezien er op procedurele gronden nog steeds mogelijkheden zijn om dit bezwaar te winnen.

    Wij adviseren altijd om wel te proberen protest aan te tekenen, er is nog ruimte om te winnen. Dit staat los van eventuele principiële gronden, alhoewel je zo wel zou kunnen tonen dat mensen niet
    Klakkeloos repressieve maatregelen accepteren en ondergaan.

    Bij winst van je bezwaar:
    Mocht je bij een van de weinige mensen horen die wel het bezwaar tegen de DNA-afname heeft gewonnen, wat gebeurt er dan? De rechtbank beveelt dan dat het DNA vernietigd moet worden en dat je DNA nooit gebruikt mag worden in andere juridische zaken.
    Bij wet is geregeld dat naast een bezwaar DNA-afname geen andere rechtsmiddelen bestaan, bijvoorbeeld cassatie bij de Hoge Raad. Dit geldt zowel voor de bezwaarmaker als voor het OM.

    Het OM interpreteert dit echter zo dat er dan op basis daarvan wel op hetzelfde parketnummer waar je juridische zaak onder loopt een nieuw bevel tot DNA-afname mag worden uitgevaardigd, vanwege zogenaamd gemaakte vormfouten. Terwijl dit door de andere partij, door ons dus, gezien kan worden als een andere vorm van in beroep gaan/ in cassatie gaan tegen de beslissing van de rechtbank. Tot nu toe zijn er nog geen zaken gestart bij bijvoorbeeld het Europese of voor de Rechten van de Mens om deze gang van zaken aan te kaarten en om een jurisprudentie-uitspraak te krijgen, dat op basis van de Wet DNA- onderzoek bij veroordeelden er dus geen tweede keer op hetzelfde parketnummer een bevel tot DNA-afname kan worden uitgevaardigd.

    Als het OM een nieuw bevel uitvaardigt begint het hele traject van brieven krijgen, gesignaleerd komen te staan, gedwongen DNA laten afnemen, weer opnieuw (als we er voor het gemak vanuit gaan dat men niet vrijwillig wil meewerken). De rechtbank neemt tot nu toe de mening van het OM Klakkeloos over en bezwaren op grond van dit punt, dat niet voor de tweede keer in dezelfde zaak en bevel DNA-afname kan worden uitgevaardigd, worden tot nu toe ongegrond verklaard.

    Terug naar inhoudsopgave

    Vreemdelingenbewaring

    Vooral sinds de invoering van de Wet op de Identificatieplicht in 2005 gebeurt het regelmatig dat activisten in vreemdelingenbewaring terecht komen. Op het moment dat je weigert je naam te geven kan het zo zijn dat de politie vroeger of later hiermee probeert je te dwingen je identiteit alsnog prijs te geven.

    Wat is vreemdelingenbewaring?
    De vreemdelingenbewaring is volgens de wettekst een maatregel die moet worden opgelegd aan mensen die vermoedelijk onrechtmatig in Nederland verblijven (redelijk vermoeden van illegaal verblijf) en mensen die in bepaalde vreemdelingenrechtelijke procedures zitten en tijdens het verloop van zo’n procedure niet het recht hebben vrij rond te lopen.

    Het doel van vreemdelingenbewaring is om de staat de mogelijkheid te geven mensen, die volgens de wet niet rechtmatig in Nederland zijn of zullen blijken te zijn, uit te zetten. Het is (nog) niet strafbaar ‘illegaal’ in Nederland te zijn, en de vreemdelingenbewaring wordt dus ook geen straf genoemd (maar dat is het natuurlijk wel).

    Vreemdelingenbewaring is dus een bestuursrechtelijke maatregel, wat onder andere betekent dat een strafrechtadvocaat je niet bij kan staan. Houd er daarom rekening mee dat het vaak goed kan zijn een vreemdelingenrechtadvocaat stand-by te hebben als er actie gevoerd wordt.

    Waarom worden activisten in vreemdelingenbewaring gesteld?
    Activisten worden veelal enkel in vreemdelingenbewaring gesteld omdat ze hun naam niet willen geven. De reden die de politie opgeeft is dan dat omdat iemand zich niet wil identificeren, er geen

    absolute duidelijkheid bestaat over het al dan niet legale verblijf van de arrestant. Het wordt dus nodig gevonden ook mensen met bijvoorbeeld een plat Brabants accent als vermoedelijke illegaal aan te merken. Voor alle duidelijkheid, wij willen absoluut geen lijn trekken tussen activisten en niet-activisten die in vreemdelingenbewaring terecht komen, of beweren dat activisten nog meer dan anderen niet in vreemdelingenbewaring thuishoren.

    De reden dat hier een verschil wordt aangebracht tussen activisten en niet-activisten is omdat activisten over het algemeen met een andere opzet in vreemdelingenbewaring worden gezet, namelijk omdat de politie hun naam wil achterhalen. Let wel, activisten van buiten de EU zonder geldig visum of uit niet-visumplichtige landen buiten de EU die al langer dan 3 maanden in de EU zijn, verblijven niet ‘legal’ in Nederland.

    Je wordt gearresteerd.
    Wanneer ga je dan naar vreemdelingenbewaring?
    Activisten worden in de regel opgepakt omdat ze verdacht worden van een strafbaar feit. Als je weigert jezelf bekend te maken of als je niet ‘legaal’ in Nederland verblijft kan je vervolgens op verschillende momenten geconfronteerd worden met de vreemdelingenbewaring, omdat deze altijd pas wordt aangewend op het moment dat de strafrechtelijke procedure tot een einde is gekomen of je niet langer op strafvorderlijke gronden vast wordt gehouden. Dit betekent dus dat je in vreemdelingenbewaring kan worden gesteld op het moment dat je heengezonden wordt, je zaak geseponeerd wordt, je wordt vrijgesproken of nadat je je straf hebt uitgezeten. Dit geldt zowel voor verdachten of veroordeelden die met naam bekend zijn en van wie de verblijfsrechtelijke status bekend is, als voor NN-ers.

    De procedure
    Staandehouding
    Indien de vreemdelingendienst wordt ingeschakeld wordt je eerst staande gehouden. Als je je naam niet geeft of als wordt vastgesteld dat je niet rechtmatig verblijft in Nederland (of daar volgens hen onduidelijkheid over bestaat) word je naar een plek gebracht om verhoord te worden, meestal een politiebureau of het bureau van de vreemdelingendienst. Dit moet allemaal binnen een tijdsbestek van 6 uur (de uren tussen 12 uur’s nachts en 9 uur’s ochtends niet meegerekend) gebeuren. De termijn kan evenwel met 48 uur verlengd worden. Je hebt het recht op aanwezigheid van je advocaat en een tolk bij dit verhoor.

    Bewaring
    Op het moment dat tijdens de periode van staandehouding volgens de politie niet vast is komen te staan dat je rechtmatig in Nederland verblijft word je in bewaring gesteld. Soms word je nog een tijd in een cellencomplex van de politie vastgehouden voordat je naar een detentiecentrum wordt gebracht. In de praktijk komen sommige mensen in een ‘gewone’ bajes terecht, omdat de aanwezigheid van activisten ‘de rust en orde in het detentiecentrum kan verstoren’.

    In beroep tegen de vreemdelingenbewaring
    Als je in vreemdelingenbewaring bent gesteld kan je hiertegen beroep aantekenen bij de rechtbank. Deze moet het beroep binnen veertien dagen behandelen en binnen zeven dagen na behandeling uitspraak doen. Tegen de uitspraak van de rechtbank kan hoger beroep worden aangetekend bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit kan, als jij gelijk krijgt, ook door de Staat gedaan worden en, in dat geval mag je vastgehouden worden totdat de Raad van State uitspraak in dit hoger beroep heeft gedaan.

    De praktijk
    De afgelopen jaren hebben activisten die weigerden hun naam te geven en daardoor in vreemdelingenbewaring terecht kwamen een aantal rechtszaken gevoerd. In eerste instantie leek de kans om zo’n beroep te winnen in sommige gevallen nog aanwezig. Zo oordeelde de rechtbank Utrecht in 2007 dat ten aanzien van activisten die tot aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid (dat was dan duidelijk geworden uit taal- en cultuurtesten) de Nederlandse nationaliteit bezaten de vreemdelingenbewaring onrechtmatig werd geacht. Uiteindelijk is met een uitspraak van de Raad van State in 2008 in principe een eind gekomen aan het idee dat je uit vreemdelingenbewaring kan komen zonder je paspoort te laten zien. De bewijslast van het Nederlanderschap is bij de vastzittende persoon gelegd. Ook kan je je als Nederlander afvragen of je jezelf op het moment dat je in vreemdelingenbewaring zit ineens wil onderscheiden van anderen door je te beroepen op je vermeende afkomst. De enige manier om anoniem uit vreemdelingenbewaring te komen is om net zolang te blijven zitten totdat de rechter oordeelt dat het belang van uitzetting voor de staat niet langer opweegt tegen de duur van je detentie. Je moet er dan wel rekening mee houden dat dit maanden kan duren.

    Het is ook al voorgekomen dat mensen als één groep massaal in vreemdelingenbewaring worden gesteld, zoals bij de ontruiming van het kraakpand Schijnheilig. Er was duidelijk sprake van een draaiboek met instructie ‘NN? dan vreemdelingenbewaring’. Op dat moment hebben heel veel mensen alsnog gekozen om hun naam te zeggen en een paspoort te laten komen, waardoor de groep razendsnel kleiner werd. Het is dus zaak om als de kans bestaat dat een grote groep gearresteerd gaat worden zij duidelijke afspraken maakt om NN te blijven en daar ook aan vasthoudt als de dienstdoende Officier van Justitie beslist om dan maar de hele groep in vreemdelingenbewaring te zetten, dat kan dan een interessante situatie opleveren, hoewel dat niet zeker is, met spannende mogelijkheden voor een politieke campagne rondom het verschijnsel van anonieme activisten straffen met vreemdelingenbewaring.

    Terug naar inhoudsopgave

    Ongewenst verklaring en intrekken

    Na een strafrechtelijke veroordeling kun je onder bepaalde omstandigheden ongewenst verklaard worden. Dit betekent dat het strafbaar is in Nederland te zijn, Als je als ongewenst verklaarde Persoon wordt opgepakt word je eerst strafrechtelijk vervolgd en vastgezet. Als dit traject is afgesloten word je (na eventuele bewaring) uitgezet.

    Wie kan ongewenst verklaard worden?
    Iedereen die niet de Nederlandse nationaliteit bezit kan ongewenst verklaard worden.

    Het is wel zo dat mensen met een EU-paspoort en mensen uit Zwitserland en Turkije die in Nederland werken minder snel ongewenst verklaard worden, vanwege strenge EU-richtlijnen hierover. Vereist wordt in het geval van deze mensen dat het persoonlijk gedrag een actuele, werkelijke en voldoende ernstige bedreiging vormt voor een fundamenteel belang van de Nederlandse samenleving. Dit kan zo gezien worden als je bijvoorbeeld bent veroordeeld voor zeer zware misdrijven en/of terrorisme, of wegens bedreiging van de Staat of het koningshuis, het parlement, bewindslieden etc. Deze criteria gelden ook voor partners van mensen met EU-documenten.

    Alle anderen die geen Nederlands Paspoort hebben kunnen ongewenst verklaard worden in de volgende gevallen:

    • als je niet legaal in Nederland verblijft en meerdere keren bent opgepakt voor het plegen van een strafbaar feit;
    • als je geen Nederlands paspoort hebt, wel legaal verblijft, en onherroepelijk bent veroordeeld voor een misdrijf waarvoor de maximale gevangenisstraf minimaal 3 jaar bedraagt of als je TBS opgelegd hebt gekregen. In dit geval is de vraag of je ongewenst verklaard kan worden afhankelijk van de duur van je verblijf in Nederland en de hoogte van de opgelegde straf. In de praktijk merken we echter dat dit anders wordt toegepast, soms worden mensen ook ongewenst verklaard die bijvoorbeeld twee keer zijn betrapt op het stelen van shampoo of tandpasta;
    • als je geen Nederlands paspoort hebt, wel legaal verblijft, en volgens de Staat een gevaar vormt voor de openbare orde of nationale veiligheid;
    • vanwege een door Nederland ondertekend verdrag;
    • in het belang van internationale betrekkingen van Nederland.

    Aanvechten van de ongewenstverklaring
    Tegen de ongewenstverklaring kun je in eerste instantie bezwaar, en in tweede instantie beroep aantekenen. Zolang je in de bezwaar- of beroepsfase zit word je nog steeds als ongewenst verklaarde beschouwd, tenzij je een voorlopige voorziening aanvraagt. Als deze wordt toegewezen heeft het een schorsende werking op het besluit tot ongewenstverklaring, wat wil zeggen dat het nog niet van kracht is. Als je geen voorlopige voorziening aanvraagt kan je dus alsnog worden opgepakt en uitgezet.

    Intrekking verblijfsvergunning
    Als je in Nederland bent met een verblijfsvergunning kan deze worden ingetrokken na een strafrechtelijke veroordeling. Of dit gebeurt ligt aan het aantal jaren dat je een verblijfsvergunning hebt, wat de maximale strafmaat is van het misdrijf waarvoor je bent veroordeeld en de duur van de straf die je opgelegd gekregen hebt. Tegen het opleggen van een inreisverbod staat onder omstandigheden bezwaar en val omstandigheden beroep open.

    Inreisverbod
    Naast de ongewenstverklaring bestaat tegenwoordig het inreisverbod. Materieel komt het op hetzelfde neer: besloten wordt dit je niet meer in Nederland mag komen en dat je een strafbaar feit pleegt als je hier daarna wordt aangetroffen. Tegen het opleggen van een inreisverbod staat onder omstandigheden bezwaar en onder omstandigheden beroep open. Dat betekent dat als je een inreisverbod krijgt opgelegd, je zo snel mogelijk contact met een vreemdelingenadvocaat moet opnemen.

    Terug naar inhoudsopgave

    Wat doet een arrestantengroep

    De arrestantengroep is in het leven geroepen omdat in de praktijk werd ervaren dat mensen die bij acties, demonstraties enz. gearresteerd zijn (en evt. langer vastgehouden kunnen worden) ondersteuning nodig hebben. De arrestantengroep geeft voorlichting en biedt directe hulp bij demonstraties, manifestaties etc.

    Als mensen voorafgaand aan hun actie de arrestantengroep benaderen kan er geholpen worden met het zoeken naar een advocaat, het informeren van mensen over hun rechten na arrestatie, tips over hoe om te gaan met verhoren door de politie en verdere voorbereiding voor het geval er arrestaties vallen.

    Tijdens een actie kunnen de mensen die de arrestantengroep draaien in de gaten houden wat er gebeurt, en of, en zo ja, waarom er mensen opgepakt worden.

    Mochten er arrestanten zijn, dan kan de arrestantengroep, als hier vooraf afspraken over zijn gemaakt bijvoorbeeld vrienden of familie informeren en/of werk afbellen. Ook onderhoudt de groep vaak contact met de advocaat en informeert vervolgens de achterban, om te voorkomen dat de advocaat de hele dag gebeld wordt door verschillende mensen. Daarnaast heeft de arrestantengroep soms een lijst met namen van deelnemers aan de actie en hun arrestantennummers. Dit zorgt ervoor dat mensen makkelijker anoniem kunnen blijven, en toch aan de arrestantengroep kunnen laten weten wie zij zijn.

    Terug naar Inhoudsopgave

    De arrestantengroep laat je niet zitten

    Vóór de demonstratie / manifestatie / actie probeert de arrestantengroep advocaten te vinden die stand-by zijn en eventuele arrestanten willen bijstaan. Dat werkt beter dan een advocaat die toevallig dienst heeft die dag (piketadvocaat). Die heeft misschien helemaal geen ervaring met acties of activisten en niet voldoende kennis van wat die (de activisten) nodig hebben en waar ze mee te maken kunnen krijgen. Mocht je zelf al een advocaat hebben die je liever wilt dan is dat natuurlijk jouw vrije keuze, vooral doen! Het is belangrijk dat je in elk geval een advocaat krijgt die achter je staat en die je kunt vertrouwen.

    Rondom de actie probeert de arrestantengroep uit te zoeken hoeveel mensen er zijn gearresteerd, waar ze vast zitten, waarvan ze worden verdacht, en of ze hun (voorkeurs)advocaat te spreken krijgen. Als ze die niet gekregen hebben zoeken we uit welke advocaten er piketdienst hebben en of zij meldingen hebben gekregen. De politie neemt het niet zo nauw met het recht van arrestanten op hun eigen advocaat. Geloof hun smoesjes/leugens niet, laat je niet intimideren en houd gewoon vol dat je je eigen advocaat wil zien. Zij moeten daar uiteindelijk aan toegeven. Mocht er toch een piketadvocaat bij je langskomen dan kun je die vragen of zij/hij contact met jouw advocaat op wil nemen. Ook proberen wij uit te zoeken hoe de arrestanten behandeld worden, of ze het goede eten krijgen (vegetarisch, halal etc.), of ze schone kleren, boeken, spelletjes, postzegels etc. nodig hebben (die we proberen te brengen). Als je dat wilt (bv. als je anoniem wilt blijven) kan contact met vrienden en familie ook via ons lopen. Als je tijdens de actie arrestaties ziet meld dit dan bij de arrestantentelefoon. Als je een boete of dagvaarding hebt gekregen kan de arrestantengroep je ook helpen bij de juridische afhandeling.

    • Ga je ergens aan meedoen waarbij er een redelijke kans bestaat dat je wordt gearresteerd dan is het handig om dit van tevoren te vertellen aan iemand die je vertrouwt. Diegene kan dan contact opnemen met de arrestantengroep, doorgeven wie je advocaat is, je afmelden (ziekmelden?) bij school of werk, voor de planten en de poes zorgen enz.
    • Vrouwelijke arrestanten mogen nooit door mannelijke agenten gefouilleerd worden. Mannelijke arrestanten ook niet door vrouwelijke agenten. Transgenders worden gefouilleerd door een agent van het geslacht dat in je paspoort staat.
    • De politie zal zich niet altijd aan de regels houden. Ook zal ze van alles uit de kast trekken om jou aan het praten te krijgen. Bereid je hier zo goed mogelijk op voor. Laat je niet intimideren, blijf kalm en bedenk: je hulp komt eraan!
    • Je kunt ook heel kort worden vastgehouden en daarna met of zonder dagvaarding op straat worden gezet. Of met een boete op straat worden gezet. Neem dan contact met de arrestantengroep op, die kan je vertellen wat je nu het beste kan doen of wat voor stappen het OM zou kunnen nemen. Ook als je later een transactievoorstel thuisgestuurd krijgt, neem dan contact met ons op, zodat we je kunnen vertellen wat de beste stappen zijn die je kunt nemen.
    • Spreek je niet goed Nederlands dan heb je tijdens de verhoren recht op een tolk, dat moet de politie dan ook voor je regelen.

    Terug naar Inhoudsopgave

    << oudere artikelen